Foto: TSP, Schaarbeek 30-08-2015

Deze loc werd gebouwd door Anglo-Franco-Belge te La Croyère onder het nummer AFB 142. De NMBS nam haar in ontvangst op 5 juni 1955 in de werkplaats van Haine-Saint-Pierre. Ze droeg vanaf dan het nummer 202.005.

Twee dagen later, op 11 juni 1955, werd ze toegewezen aan de werkplaats van Ronet.

Ze onderging haar eerste revisie in de Centrale Werkplaats van Salzinnes van 12 november 1957 tot 16 januari 1958. Ze verliet de werkplaats in haar origineel kleedje.

Als gevolg van een aanrijding moest de loc terug naar Salzinnes voor reparatie. Ze reed de CW in op 20 augustus 1960 en verliet deze op 21 oktober 1960, ditmaal getooid in de vereenvoudigde groene schildering.

Ze onderging haar tweede revisie in Salzinnes van 6 maart 1961 tot 29 april 1961.

Op 12 september 1961 muteerde ze naar Schaarbeek om het park van het type 204 (latere reeks 54) te versterken. Kort voor haar aankomst werd op haar neus het embleem met het vliegend wiel aangebracht. (Slechts één andere 202 ontving dit logo: de 202.011, vermomd als 204.009, werd tentoongesteld op Expo 58.

Beide neuzen werden in Schaarbeek voorzien van een derde witte koplamp (afkomstig van een stoomlocomotief) om te kunnen rijden op het Duitse spoorwegnet tot Köln.
Haar verblijf in het Brusselse zou echter van korte duur zijn. Ze verhuisde op 28 augustus 1962 naar Stockem. Haar derde witte koplampen werden hierbij verwijderd.

Op 1 maart 1965 werd ze overgeplaatst naar Latour, maar moest op 28 mei 1965 al muteren naar Bertrix.

De 202.005 onderging van 6 tot 16 januari 1969 een tussentijdse revisie in de werkplaats van Latour.

Op 1 januari 1971 werd ze vernummerd tot 5205.

Rond 1973 kreeg ze dubbele rood/witte koplampen aangemeten.

Op 1 april 1976 ruilde ze Bertrix voor Ronet en eind 1977 kreeg ze een schilderbeurt tijdens een tussentijdse revisie. Ze behield de vereenvoudigde groene livrei, maar verloor het logo met het vliegend wiel.

Rond 1979 werd zij opnieuw voorzien van een derde witte koplamp op beide neuzen, deze waren nu gelast.

Op 22 september 1982 reed de 5205 opnieuw de Centrale Werkplaats van Salzinnes binnen. Ze werd er voorzien van vlottende cabines. De verbouwde machine verliet de CW op 9 februari 1983.

Haar hoofdgenerator werd tussen 19 december 1984 en 25 januari 1985 in Salzinnes vervangen.

Op 1 juni 1992 muteerde de loc naar de stelplaats van Latour. Ze bleef hier tot de sluiting van deze stelplaats op 10 september 1993. Latour werd verruild voor Stockem.

Ze onderging een laatste tussentijdse revisie in Salzinnes van 27 juni 1994 tot 28 oktober 1994.

Ingevolge de elektrificatie van de “Athus - Meuse” en de ingebruikname van de nieuwe diesellocomotieven van de reeks 77/78 werd dit krachtvoertuig werkloos. Ze vond echter opnieuw werk bij TUCRail die haar inzette op diverse werven in het Brusselse (GEN) en bij de aanleg van HSL 3 en 4.

Ze werd van 14 december 2003 tot 10 maart 2004 in park geplaatst. Daarna hervatte ze de dienst, maar werd op 17 april 2009 opnieuw in park geplaatst. Ze zou nooit meer op het spoor verschijnen en werd in de loop van 2012 op pensioen gesteld.

TSP heeft de loc, ingevolge haar goede algemene staat, in april 2013 aangekocht. Haar restauratie begon in mei 2014 en moet tegen het voorjaar 2015 afgerond zijn. De loc gaat daarna dienst doen op “Le Chemin de fer du Bocq”, waar ze de 5215 zal vervangen. De kast van deze locomotief bevindt zich in zeer slechte staat. 

Foto: Jean-Luc Vanderhaegen, Ronet 25-08-1977

Foto: Michel Hanssens, Trooz 08-08-2006

Foto: Yves Steenebruggen, Dorinne-Durnal 06-04-2013

© PFT-TSP Reproductie verboden zonder het akkoord van Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.